De Grote Rekendag

De onderbouwers hebben schoenmaten bekeken. Hebben alle kinderen in de onderbouw dezelfde maat? De onderbouwkinderen kunnen u nu het antwoord vertellen. Met mutsen werd de hoofdomvang gemeten. Hoe langer de flap die overbleef, hoe kleiner het hoofd. Van duplo en plankjes werden bruggen gebouwd. Er werden waterbloemen geknipt, die opengingen in het water en door blokjes te leggen bij plaatjes van verschillende soorten ontbijt kon worden gekeken wat er ’s morgens het meest wordt gegeten.
In de middenbouw moesten munten worden gerold. Wie komt er het dichtst bij de pion? Kun je met drie dobbelstenen 10 gooien? Lukt het om met een pittenzakje in de emmer te gooien? De vraag daarbij was wie er net zoveel punten kon halen als Pippi Langkous, Donald Duck, Mega Mindy, Superman of Batman? Hun score moest worden afgelezen in een staafgrafiek. Hoe kun je nou je eigen score noteren?
Groep 6 en 7 weten nu waarom het hart van een walvis minder slagen per minuut maakt dan dat van een hamster en hoe ze hun eigen hartslag kunnen meten. Er werd touwtje gesprongen, met één been op een blokje gestaan en gekeken hoeveel knikkers je met één hand vast kunt houden. Alles werd genoteerd in een grafiek of tabel. Daaruit kon worden afgelezen, dat met blinddoek op een blokje staan echt veel moeilijker is dan zonder, achteruit touwtje springen veel lastiger is dan vooruit en dat het lukt om wel 25 knikkers met één hand vast te houden.
Groep 8 probeerde aan de hand van ingevulde vragenlijsten antwoord te zoeken op beweringen als: Jongens hinkelen sneller dan meisjes, kinderen die goed kunnen pingpongen zijn ook goed in propje gooien of groep 8 eet liever fruit dan een hartig tussendoortje. Hoe vind je een antwoord op deze vragen en hoe breng je het zo in beeld dat ook een ander het antwoord uit je grafiek of tabel af kan lezen?
Na deze leuke en leerzame dag, zijn de kinderen veel te weten gekomen over hun groep!